Na drie dagen San Francisco is het tijd om op pad te gaan. 's Ochtends halen we in downtown de auto op (of bij het vliegveld de camper). Over de Bay Bridge rijden we naar Berkely.
Hier zijn we naar een winkel van REI gegaan, een heel erg goede outdoors store, om de laatste spullen voor de tocht aan te schaffen. We nemen namelijk lang niet altijd alle kampeerspullen mee in het vliegtuig. Gewone losse rommel, zoals lichtgewicht pannen, bestek en borden halen we bij de Wall Mart of een K-mart, ergens onderweg. Voor een tent, slaapmatjes, slaapzakken, regenjassen of wat dan ook gaan we naar REI. Een paar straten verderop ligt trouwens ook een winkel van de North Face.
Berkely is een leuk universiteitsstadje met een campus van de University of California. In Main Street lijken de jaren zestig, toen hier de studenten hun huiskamer-revolutie maakten, nog in de lucht te hangen. Maar het is vooral een plezierige straat met goedkope restaurants, uitstekende boekwinkels en andere voorzieningen voor studenten. Wie meer tijd wil doorbrengen in Berkely kan het beste een middagje erheen gaan vanuit San Francisco, met de metro.
Voorzien van onze kampeeruitrusting begeven we ons naar de populairste bestemming vanuit San Francisco: Yosemite National Park. We doen niet moeilijk en nemen gewoon de Interstate, eerst de 80 richting Oakland, daarna de 580 East. Dat is trouwens best een mooie route, vooral als we bij Livermore de pas overgaan met windmolens. Route 205 brengt ons naar Manteca en vandaar nemen we de 120 East. We laten het gebied van de goudvondsten letterlijks links liggen, je kunt niet alles doen.
Een kathedraal van de natuur
Yosemite National park is een heel mooi park, razend populair bij toeristen én bij Amerikanen. Dat is lastig, want ís zomers en in de weekenden kan het er knap druk zijn. Het bekendste punt van het park is de indrukwekkende Yosemite Valley. Hoewel die maar één procent van het park uitmaakt, is dat waar de bezoekers zich concentreren. Het gevolg is verkeersopstoppingen en soms sluiting van het park voor autoís. In de vallei liggen ook de meest strategische kampeerplaatsen en de paar hotels die het park rijk is. Wie in Yosemite zelf wil overnachten in plaats van in Portal of een ander plaatsje buiten het park, moet reserveren in het wat duurdere maar erg mooie Ahwahnee Hotel of gewoon kamperen. In elk geval moet u er minstens een dag voor nemen, liever meer.
Bij de ingang van Yosemite schaffen we meteen onze National Park Pass aan (voorheen Eagle Pass) die voor $ 50 toegang geeft tot alle parken en monumenten. Dat geldt haalt u er dubbel en dwars uit. Voor alle parken geldt dat de Visitor Centres uitstekende informatie geven. De National Park Service is voorbeeldig georganiseerd, de centra hebben alle informatie die nodig heeft en bieden de beste manier om u te oriÎnteren. Wie wil kamperen of serieuze back country wandelingen wil maken, moet vooraf zeker even met de rangers praten. Voor kinderen is er meestal een Junior Ranger programma. Een succesnummer, weten we uit ervaring!
Yosemite Valley is slechts elf kilometer diep en nergens breder dan anderhalve kilometer. Vanaf de bodem waarin de meanderende rivier Merced River loopt, rijzen de wanden vijftienhonderd meter loodrecht omhoog. John Muir, een negentiende-eeuwse naturalist en schrijver en de peetvader van de Amerikaanse natuurbescherming (op de foto samen met Teddy Roosevelt, de beste president op dit terrein), beschreef Yosemite als een 'tempel die van boven verlicht wordt' maar, voegde hij eraan toe, 'geen mensgemaakte tempel kan de vergelijking met Yosemite doorstaaní. 'God doet hier altijd wat extra zijn best'. In Amerika 9605 verscheen een artikel over John Muir.
Een van de mooiste overzichten heb je vanuit Glacier Point, zo'n duizend meter boven de valleivloer en aan het eind van een weg die alleen 's zomers valt te berijden. Van hieruit is de beroemde Half Dome het meest prominente punt aan de horizon, een grote halve bult die met rauwe kracht omhoog steekt. De fotograaf Ansel Adams maakte er wonderschone zwart wit foto's van. Je overziet de vallei van de Merced River, de samenloop van de Merced die rechts van de Half Dome uit Little Yosemite Valley komt, en van de Tenaya Creek uit de Tenaya Canyon, links. Van hieruit zie je ook de hoogvlaktes, een panorama van meren, valleien, watervallen en, in de verte, High Sierra-pieken. Vlakbij zijn de granieten stappen van Giant's Staircase, waar de Vernal en Nevada Watervallen honderd en honderdtachtig meter omlaag donderen.
Watervallen
Terug in de vallei hangen hoog tegen de wanden de beroemde watervallen - drie van de tien hoogste watervallen in de wereld zijn hier te vinden. Maar het is natuurlijk wel zo dat in de zomer er niet zoveel smeltwater meer is als in de lente. Wie dus de watervallen op volle kracht wil zien moet vroeg in het jaar komen, 's zomers kan het teruglopen tot een armzalig stroompje. De schouders van de kloof, met daarop de rondverweerde toppen naast scherpe pieken die zich niet laten eroderen, steken af tegen de blauwe lucht. Op de bodem van de vallei zijn de groene grasweides omringd door eiken, ceders en dennen, waaronder de herten, coyotes en zwarte beren rondwandelen. En hordes toeristen.
In zekere zin is Yosemite's pracht ook haar doem. De vallei is zo gemakkelijk bereikbaar dat jaarlijks vier miljoen mensen het park bezoeken. De meesten komen met de auto en op een mooie zomerdag is het niet ongebruikelijk om een heiige smog de vallei in te zien trekken, langzaam opstijgend uit de file-rijdende autoís op de bodem van de vallei. De verstandigste bezoekers komen buiten het hoogseizoen en kijken verder dan alleen Yosemite Valley, de praalkamer die echter maar een minuscuul deel uitmaakt van het totale park.
Maar ja, die valleivloer blijft het meest imposant. Daar beneden staand is het inderdaad moeilijk de juiste woorden te vinden om de oprijzende pracht te omschrijven. De Yosemite Falls knallen majestueus omlaag, de Upper en de Lower Yosemite Fall lijken één geheel. Bij het binnenkomen van de vallei heb je dan al de gigantische deurposten gepasseerd, El Capitan, het gigantische blok graniet waar zelfs de gletsjers geen vat op kregen, en de Cathedral Rocks. En dan, waar de vallei een bocht maakt naar rechts, opent zich opeens het panorama met in het midden de Half Dome. Geen wonder dat we ons allemaal hier verzamelen.
Een beetje wandelaar en natuurliefhebber maakt een tocht op het Yosemite Trail, naar de top van de Upper Yosemite Fall of het Glacier Point Fourmile Trail naar Glacier Point. Het zijn beide goede manieren om een andere kijk op de vallei te krijgen. Ook de Half Dome is per wandelpad te bereiken, het laatste gedeelte over kale rots met ijzeren railingen - maar daarvoor moet je van enige waaghalzerij houden. Voor het echte wandelwerk, voor back country-tochten met tent en voedsel op de rug, moet je weg uit de vallei, naar de hoogvlakten.
Ook ten zuiden van de vallei liggen veel wandelpaden, aanvankelijk was dit de enige route waarlangs Yosemite viel te bereiken. Wawona, aan de zuidgrens van het park vlak bij de Mariposa Grove, is een van de oudste nederzettingen - van daar was het nog twaalf uur te paard of te voet naar de valleivloer. Het Wawona Hotel opende in 1879 zijn deuren, maar al in 1857 had James Hutchings hier zijn tenten opgeslagen. Vlakbij ligt ook het belangrijkste historische monument van het park: een dorp uit de pionierstijd, waarin huizen en winkels opnieuw zijn opgebouwd.
En dan is er natuurlijk de Mariposa Grove, een groep eeuwenoude seqouiabomen, met als meest imponerende de Grizzly Giant, minstens 3800 jaar oud, 61 meter hoog en 29 meter dik. In 1903 bracht de toen al zeventigjarige Muir de nacht onder de sterrenhemel door met president Theodore Roosevelt. De natuurliefhebbende president raakte hier overtuigd van de noodzaak om deze oude bossen te beschermen en verklaarde tijdens de rest van zijn termijn een ongekend aantal natuurgebieden tot beschermd gebied.
Paktische informatie Yosemite
Check vooraf even of de weg over de Tioga Pass geopend is. Tot dik in juni kan er sneeuw liggen. Dan is het alternatief binnen ons routeplan om terug te rijden naar Sonora en vandaar noordwaarts, misschien zelfs tot Placerville om de grote weg op te pikken richting Tahoe.
Reserveringen voor de campings kunnen worden gemaakt bij Biospherics Inc. Een aantal sites zijn first come, first served. Vroeg inchecken en u heeft een kans. Buiten het park zijn talloze kampeerplaatsen in de National Forests.
Hotels in de vallei moeten heel lang tevoren worden gereserveerd. De keuze is uit de Yosemite Lodge en het Ahwahnee Hotel Reserveringen. Verder is er het Housekeeping Camp, een soort cabins, kamperen zonder tent, want u deelt wasruimtes en toiletten. Curry Village heeft meer dan 400 canvas tenten en honderd houten huisjes. Elders in het park zijn er nog de Wawona Hotel aan Route 41, de White Wolf Lodge aan Route 120 en de Tuolomne Meadows Lodge, aan Route 120 naar Tioga Pass. Buiten het park zijn er veel mogelijkheden, raadpleeg daarvoor een reisgids, zoals de Fodorís. Een tip van de lezers: de Hound Tooth Inn nabij Oakhurst. De meest reisorganisaties gebruiken motels in El Portal aan Route 140, net buiten het park.